1. De Arduino begint met de declaratie van de nodige variabelen.
2. Dan checkt het of er een RFID-tag gescand is.
3. Als er geen tag gescand is herbegint het programma tot er wel een tag gescand is.
4. Als er een tag gescand is controleert de Arduino of de tag een ID heeft.
______a. Zo niet geeft de Arduino de tag een unieke ID en gaan we verder.
_______b. Als de tag wel een ID heeft gaan we verder zonder enige extra acties.
5. Nu checkt de Arduino of het kan verbinden met de server over Wifi.
_______a. Als dit niet lukt, slaagt de Arduino het op op de SD-kaart.
_______b. Als de verbinding wel lukt controleert de Arduino of de SD kaart leeg is.
6. De Arduino checkt of de SD-kaart leeg is.
_______a. Als deze leeg is stuurt de Arduino de data van de juist gescande tag door naar de server als een string.
_______b. Als de SD niet leeg is, steek je de data van op de SD en van de juist gescande tag samen in een string die je dan doorstuurt via Wifi.
_________Dit doorsturen werkt door de doorgestuurde string in te geven op een website die door de server gehost wordt.
1. We starten eerst met de declaratie van nodige variabelen.
2. Daarna controleren we of er een string is ingegeven in de website.
_______a. Als er geen string is moet er niets gebeuren.
3. Dan checken we of er data van 1 of meerdere gescande tags in de string zit.
_______a. Als er maar 1 is dan zet je de data in de databank en maak je de string leeg.
_______b. Als er meerdere in de string zitten dan neem je de data van 1 scan,
_________steek je deze in de databank en haal je deze uit de string. Je herhaalt dat tot de string leeg is.
1. Zoals bij de vorige 2 programma’s starten we met de declaratie van de nodige variabelen.
2. Voor enige andere stappen worden uitgevoerd, moet de gebruiker inloggen. Als de gebruiker probeert in te loggen,
_________controleert het programma of het wachtwoord klopt voor het account.
_______a. Als het wachtwoord fout is, stopt het programma daar.
_______b. Als het wachtwoord wel juist is haalt het de data uit de databank. Deze data bevat wie wanneer gescand heeft.
3. Daarna steekt het programma de data in een tabel, enige scans met onbekende Ids worden zonder geassocieerde naam in de tabel gezet.
4. Nu heeft de gebruiker de optie om de data aan te passen. Als ze daarmee klaar zijn of beslist hebben niets aan te passen,
_________is er ook de optie om de gegevens als een Excelbestand te downloaden.
